Zijn er ook oorzaken aan te wijzen voor de structureel dalende slagingscijfers? Kramer geeft aan dat regelmatig analyses worden gedaan om trends te verklaren. Bovendien vullen deelnemers aan het examen na afloop een evaluatieformulier in. Daaruit kan veel informatie worden gehaald. Uit die analyses zijn wel conclusies te trekken, al moet dat ‘met de nodige voorzichtigheid gebeuren’. Kramer ziet een verband tussen de steeds krapper wordende arbeidsmarkt en de dalende slagingspercentages.
Ontzettend krappe arbeidsmarkt
“Iedereen weet dat we in Nederland een ontzettend krappe arbeidsmarkt hebben. Personeel is niet aan te slepen. Werkgevers moeten alle zeilen bijzetten bij het werven van personeel. Bovendien moeten werkgevers wat soepeler omgaan bij de selectie van nieuwe medewerkers. Het schaap met vijf poten is definitief niet meer te vinden. Werkgevers, ook uitzendondernemingen, moeten hun eisen aan medewerkers bijstellen. Dat hoeft natuurlijk helemaal geen probleem te zijn. Zoals Randstad in haar campagne [gericht op uitzendkrachten, red.] al aangeeft: ‘wat je nog niet kunt, dat leren wij je’.”
Kramer vervolgt: “Deze ontwikkeling zien we terug in onze data. Het aandeel mbo-opgeleide deelnemers dat het SEU-examen aflegt, stijgt. En dat is uiteraard een prima ontwikkeling. Maar mbo-opgeleiden lijken meer tijd en begeleiding nodig te hebben om zich het juridisch kader van het vak eigen te maken. Dat vereist dus extra aandacht van leidinggevenden en opleiders.”
Stevige theoretische basis
Het uitzendvak leer je deels in de praktijk. Voor het slagen voor het SEU-examen is dit niet voldoende. Dan heb je een stevige theoretische basis nodig. Diverse gespecialiseerde trainingsbureaus bereiden deelnemers voor op het SEU-examen. Dat kan klassikaal, via e-learning of een mix (blended). “Die opleidingsbureaus weten echt wel waar ze over praten”, zo vervolgt Kramer. “We hebben regelmatig overleg en afstemming met hen. Maar ook zij merken dat de arbeidsmarkt krapper wordt, dat de werkdruk toeneemt en dat het niveau - ook van opleiding - van deelnemers daalt. Dat betekent dat deelnemers langer en intensiever moeten studeren. En dan praat ik niet over een uurtje extra, maar vele uren extra.”