Om welke banen gaat het dan?
“Er zullen drie groepen banen zijn. Er is een groep die weinig geraakt wordt, denk aan politieagenten, bouwvakkers, monteurs en dergelijke. Die maken straks wel gebruik van AI, waardoor ze bepaalde dingen sneller kunnen doen. Maar de AI neemt het werk van mensen niet over. Dan is er een groep die negatief geraakt wordt omdat het werk voor een belangrijk deel wordt overgenomen door AI. Denk aan callcentermedewerkers en aan administratief werk. Kunstmatige intelligentie kan dat werk beter, sneller en is veel goedkoper.
“Bij callcenters zie je bijvoorbeeld dat in chatgesprekken een groot gedeelte van de antwoorden al kan worden gegenereerd door kunstmatige intelligentie. Zo werkt de financiële dienstverlener Klarna nu al tweederde van alle chats af met een AI-assistent. Die verzet het werk van zevenhonderd fulltime callcentermedewerkers! Als je dit soort cijfers ziet, en we staan nog maar aan het begin, dan begrijp je wel dat AI een grote impact zal hebben op dit soort werk en op de hoeveelheid banen.
“Voor de flexbranche is dat iets om goed in de gaten te houden, want op dit soort functies – callcenters, administratieve functies – zitten vaak flexkrachten. Wel zul je daar mensen overhouden die supervisie zullen doen op wat AI de klanten voorschotelt. Maar dan heb je het over een heel ander profiel qua werkzaamheden en verantwoordelijkheid; dat moet je wel aankunnen.”
En dan heb je nog een derde groep.
“Ja, dan is er nog de groep die veel profijt van AI zal hebben. Dat zijn vooral hoogopgeleide kantoorbanen, denk aan juristen, accountants en managers. Die kunnen kunstmatige intelligentie gebruiken zoals we nu tekstverwerkers gebruiken: uitvraag doen naar bepaalde bronnen, in plaats van dat iemand een analyse voor je doet.
“Wel is het hier belangrijk om te beseffen dat er binnen deze beroepsgroepen een groot verschil zal ontstaan tussen die mensen die met deze nieuwe techniek kunnen omgaan, en degenen die dat niet kunnen. Er zal dus, nog meer dan nu, een onderscheid komen tussen die werknemers die tech-savvy zijn en anderen die dat niet zijn – en dus minder carrièrekansen hebben.”
Is dat iets waar mensen zich nu al zorgen over moeten maken?
“Niet gelijk. Weliswaar zijn techbedrijven hier al druk mee bezig, maar de grote corporate bedrijven zijn trager, waarbij bijvoorbeeld compliance-afdelingen eerst willen aankijken of het veilig is en voldoet aan de regelgeving. Dus het zal bij veel bedrijven nog niet zo’n vaart lopen. Maar over een aantal jaar zul je, als je niet handig bent met het werken met kunstmatige intelligentie, dat zeker gaan merken.
“Ik las dat Deloitte van zijn accountants verwacht dat ze volgend jaar al bij het opmaken van de jaarrekening een AI-systeem gaan gebruiken. Je ziet hetzelfde gebeuren bij advocaten en notarissen; hun klanten hopen dat AI daar gaat leiden tot lagere rekeningen. ASML is het eerste bedrijf in Nederland dat advocaten verplicht met AI te werken én om inzichtelijk te maken hoeveel efficiënter ze werken. Dat zie ik traditionele bedrijven nu niet zo snel doen.”
Waar bestaat die AI-vaardigheid precies uit?
“Je moet de juiste vragen kunnen stellen. En dat zal per systeem anders zijn. Dus je moet daarin worden getraind: hoe geef je de juiste ‘prompts’ aan zo’n systeem? En als je als tijdelijke kracht ergens aan de slag gaat binnen zo’n branche, moet je dat ook onder de knie krijgen. De omgang met AI zal dus een vast onderdeel worden van de onboarding.”